Wat als kinderen de regels overtreden?

Je hebt op je school goed nagedacht over de regels die je wil hanteren tijdens de middagpauze. Kinderen hebben inspraak gekregen en begrijpen waarom de regels er zijn. De regels zijn bij iedereen gekend. Je merkt dat kinderen de regels toch overtreden. Wat doe je?

Gelijkwaardigheid

Je kunt vertrekken van een aantal pedagogische kaders om te kijken naar het overtreden van regels. Thomas Gordon pleit ervoor te kijken vanuit gelijkwaardigheid. Kinderen maken deel uit van de samenleving die de school vormt. Ze zijn autonome wezens en actieve participanten. Opvoeder en kind hebben geen gelijke rol. Ze zijn wel gelijkwaardig. Gordon pleit voor een oprechte communicatie tussen kind en opvoeder.

Geen macht maar gezag

De methode van Gordon stapt af van macht als basis voor de omgang met kinderen. Macht vertonen werkt contraproductief. Wanneer begeleiders hun macht gebruiken, gaan kinderen vechten, vluchten of zich onderwerpen.

Elk gedrag heeft een reden

Elk gedrag van kinderen heeft een reden. Achter elk gedrag schuilt een boodschap. Deze boodschap heeft vaak te maken met achterliggende gevoelens of onvervulde behoeften. Begeleiders van kinderen zijn zich hier best van bewust en kijken en luisteren best gericht naar het gedrag van kinderen. Wat zit er achter het overtreden van de regel? Misschien kent het kind de regel nog niet? Misschien rent de kleuter de speelplaats van de lagere school op omdat het nood heeft aan een knuffel van zijn grote broer?

Nieuwe Autoriteit

Veel scholen werken tegenwoordig met de visie over ‘Nieuwe Autoriteit’ van Haim Omer om grensoverschrijdend gedrag aan te pakken. Deze methode vertoont overeenkomsten met die van Gordon. Haim Omer stapt af van wat hij noemt de ‘traditionele autoriteit’ die gebaseerd is op afstand, controle, gehoorzaamheid, hiërarchie en onmiddellijke bestraffing. In de plaats daarvan pleit hij voor een nieuwe autoriteit. Deze nieuwe autoriteit is gebaseerd op een sterke aanwezigheid van leraren en begeleiders en op samenwerking tussen begeleiders, leraren, directie en ouders.

Meer informatie over de visie van Nieuwe Autoriteit lees je hier.

Middagbegeleider op de speelplaats

Wat kun je concreet doen?

Veel hangt af van de regel die overtreden wordt. Hoe belangrijk is deze regel voor de school en voor de begeleiders?

Ingrijpen hoeft niet altijd

Je hoeft niet bij elke overtreding in te grijpen. Soms mag het gedrag er gewoon zijn en is er geen probleem als er een regel overtreden wordt.

In Bloemendaal in Schoten spelen kleuters en kinderen van de lagere school op aparte delen van de speelplaats. Zo voorkomt de school dat kleuters omvergelopen worden door hevig spelende tieners. Op de kleuterspeelplaats staan een aantal grote jongens. Ze spelen met de kleuters. Begeleiders zien dat maar grijpen niet in. Er is geen reden om de jongens te wijzen op de regel.

Kinderen wijzen op de regel

Je kunt aangeven dat bepaald gedrag voor jou of volgens de regel onacceptabel is. In een opbouwende ik-boodschap benoem je het gedrag van het kind en verwijs je naar de regel die het kind overtreedt. Vervolgens geef je aan wat het gevolg is van het gedrag.

In de Vrije Basisschool in Putte is er een groot grasveld waarop kinderen mogen spelen. Dat grasveld wordt ook door de jeugdbeweging gebruikt. Zij bouwen daar kampen. De regel is dat kinderen tijdens de middag niet in de bosjes mogen spelen, in die kampen. De middagbegeleider die toezicht doet op het grasveld houdt de hele tijd in het oog of kinderen naar de bosjes gaan. Als ze ziet dat dat gebeurt, gaat ze naar de kinderen toe en zegt ze dat dat niet mag omdat die kampen van de Chiro zijn. Ze vertelt dat de kinderen van de Chiro het niet leuk vinden dat hun kamp afgebroken wordt. De leerlingen gaan niet in discussie en komen terug naar het grasveld.

Kinderen zelf oplossingen laten bedenken

In De Speelvogel in Deurne waren er tijdens de middag problemen met de speelwinkel. Materiaal werd niet teruggebracht of niet opgeruimd en werd vaak kapotgemaakt. Elke klas kreeg van de directeur de opdracht om één actie te bedenken om dat gedrag te voorkomen en aan te pakken.  

Een time-out inbouwen

Je kunt kinderen als ze bijvoorbeeld agressief zijn even opzij zetten. Je geeft hen een time-out. De time-out is niet bedoeld als straf maar als middel om de emotionele temperatuur te doen dalen. Na de time-out ga je met het kind in gesprek over zijn gedrag.

 

Samen sta je sterker

Dokata in Gent stelde een leerlingenbegeleider aan voor de middag. Deze leraar heeft tijd en ruimte om in gesprek te gaan met kinderen die regels overtreden. Ook na de speeltijd kunnen er gesprekken gevoerd worden.

In Sleutelhof in Rumst helpen de begeleiders elkaar wanneer ze niet weten hoe ze met een kind kunnen omgaan.

“Als ik voel dat ik er geen controle op krijg, dan roep ik er iemand anders bij en desnoods moeten de kinderen naar binnen gaan. We zijn een goed team. Dat helpt meestal wel als ik er iemand bij roep.”
Middagbegeleider
Sleutelhof
Richt een gevoelsplek in

Gevoelens van kinderen mogen er zijn. Kinderen mogen boos en verdrietig zijn. 'Je moet niet boos zijn' of 'je moet niet wenen' is daarom geen zinvolle boodschap om als middagbegeleider aan kinderen te geven. Zo leren kinderen hun gevoelens te onderdrukken.

Een 'boze-plek' of een 'verdriet-plek' op de speelplaats waar kinderen naartoe kunnen gaan als ze boos of verdrietig zijn is een goede manier om emoties ruimte te geven. Laat je inspireren door dit filmpje.

Bos
Wat met straffen en belonen?

Straffen en belonen zijn gebaseerd op operante conditionering of instrumenteel leren. Dat is een leerproces waarbij een respons in een bepaalde context gevolgd wordt door een bekrachtiger of bestraffer. De begeleider gebruikt macht om gewenst gedrag te bekomen. Het voordeel van straffen en belonen is dat je op die manier een snelle gedragsverandering verkrijgt. Het nadeel is dat de motivatie om gedrag te veranderen extrinsiek is. De oplossing is kortstondig en tijdelijk. Vaak wekken straffen boosheid en wrok op bij kinderen in plaats van inzicht. Bovendien schaadt straffen de relatie tussen het kind en de begeleider.

Op school leven kinderen in een grote groep samen. Om dat samenleven te waarborgen kan een straf soms nodig zijn. Maar het mag niet dè manier zijn om kinderen te beteugelen. Het is beter om naar de redenen te zoeken die achter het gedrag van kinderen schuilen.

Makkelijk is anders

Omgaan met overtredingen van regels tijdens de middag is niet gemakkelijk. De groep is vaak groot, het aantal begeleiders vaak te klein om  doorgedreven toezicht te doen. Begeleiders geven aan dat ze niet weten hoe ze sommige kinderen moeten aanpakken. Een toverformule bestaat niet. Als opvoeder willen we kinderen via de regels die we stellen ook waarden bijbrengen. We willen kinderen ervan overtuigen dat het de moeite waard is om die waarden over te nemen. Helaas lukt dat niet overal en altijd. Gordon stelt in zijn boek dat mensen die met kinderen werken soms moeten aanvaarden wat ze niet kunnen veranderen.

Meisjes babbelen op berg
Wil je meer lezen?

Gordon, T. (2015). De Gordon Methode. Luisteren naar kinderen. Van contact naar verbinding binnen het gezin. Utrecht/Antwerpen: Kosmos Uitgevers.

Omer, H. (2020). Nieuwe autoriteit. Verbindend gezag voor het onderwijs. Kalmthout: Pelckmans Pro.

Celie, L. & De Bleekweide (2022). Zie mij. Jongeren op zoek naar zichzelf, een veilige thuis en een gezonde samenleving. Lannoo.