Tip 1 : Observeer je leerlingen, luister naar hen en vraag hun mening
Op onze website vind je tal van speelse methodieken om te weten te komen wat er leeft bij leerlingen.
“Durf te denken vanuit het hoofd van een kind, van wat je zelf meegemaakt hebt en wat je niet fijn vond. Durf dat ook aan de kinderen over te laten. Met de afspraak met de kinderen van als het niet oké is, koppelen we terug. Keren we terug naar wat dat was.” (directeur Hippo’s Hof, Gent).
Tip 2. Overleg met je leerlingen, maak plannen en laat hen actief mee beslissen
Geef je leerlingen een actieve rol in het beslissingsproces en faciliteer dit met overlegmomenten. Dat kan door een overlegorgaan in te richten en hiervoor op een structurele wijze tijd en ruimte vrij te maken. Denk daarbij aan een kinderparlement, leerlingenraad, klasgesprekken,… die wekelijks of maandelijks plaatsvinden.
“Ik heb een kort klasgesprek gedaan maar de echte beslissingen hebben wij wel in de babbelclub gedaan. Dus met de vertegenwoordigers van alle klassen. Zij hebben voorstellen gedaan en wij hebben dan in een personeelsvergadering bekeken wat haalbaar is. Want als volwassene moet je het natuurlijk organiseren op een veilige en verantwoorde manier. De Babbelclub wordt ook voorbereid in de klas en dan komen er twee kinderen van elke klas naar die bijeenkomst ’s middags, dat is een lunchvergadering met de kinderen. Drie of vier keer per jaar maar.” (directeur Mater Dei Brasschaat)
Door leerlingen onderzoekend te laten werken, krijgen ze vat op de wereld rondom zich. Ze denken na over en analyseren hun ideeën of behoeften, stellen onderzoeksvragen op en raadplegen verschillende bronnen.
“Ja, en dat wordt een beetje gestimuleerd omdat wij heel onderzoekend te werk gaan, dus onze kinderen zijn het gewoon om onderzoeksvragen op te stellen en dan zegt de leerkracht: ja maar… wat willen jullie op de speelplaats? Doe daar eens onderzoek naar. Wat is er mogelijk? Wat willen jullie? Jullie willen een skateramp, onderzoek dat eens, ze wilden dan zo’n stok waarop ze konden balanceren, hoeveel kost zo’n stok, waar kunnen we dat kopen? Gaan we dan misschien pannenkoeken verkopen om dat te kunnen aankopen?” (directeur Hippo’s Hof Gent)
Wanneer leerlingen deze manier van werken nog niet gewoon zijn, gebeurt het wel eens dat ze voorstellen doen die onrealistisch zijn. Ze dromen, hebben wensen en vanuit enthousiasme willen ze die waarmaken. Benadruk op dat moment dat er geen slechte ideeën zijn maar stel de haalbaarheid van wat de leerlingen aanbrengen in vraag. Laat hen actief en kritisch mee nadenken door open vragen te stellen. Kan dat? Waarom wel of niet? Op welke manier kan je dat het beste uitwerken? Waarom denk je dat? Wat heb je daarvoor nodig? …
Tip 3. Moedig je leerlingen aan om initiatief en verantwoordelijkheid te nemen
Maak samen met de leerlingen definitieve afspraken over de genomen beslissingen, verdeel taken en faciliteer. Je kan de kinderen betrekken bij alle aspecten van de middagpauze: Hoe willen leerlingen omgaan met conflicten? Welke afspraken gelden er bij de maaltijd? Wat gebeurt er als de afspraken niet nageleefd worden? Welk spelmateriaal is er nodig op de speelplaats? Welke kindgerichte taken zijn er en wie neemt ze op tijdens de maaltijd of de speeltijd? Wat hebben de leerlingen nodig om hun initiatieven gericht te kunnen uitvoeren? Denk hierbij aan tijd, ruimte, materialen, ondersteuning,… Waar voelen zowel leraren als middagbegeleiders en leerlingen zich goed bij?
“Kinderen mogen veel kiezen hier: waar ze zitten wanneer ze van tafel gaan, of ze alles opeten en wat ze doen in de kring als ze klaar zijn. Wanneer kinderen de regels breken dan spreken we daarover. We praten hoe het anders kan. Je moet als leerling verantwoordelijk zijn voor je eigen gedrag. Stel dat er iets gebeurt tijdens de maaltijd, dan komt dat in de wreveldoos en bespreken we dat om een oplossing te vinden.” (leraar Tinteltuin Zoutleeuw)