Methodieken leerlingen

Wil je als school inzetten op een kwaliteitsvolle middagpauze gebaseerd op kinderparticipatie dan is het belangrijk dat je leerlingen observeert, naar hen luistert en hun mening vraagt. Je maakt een grondige analyse van de beginsituatie, zowel van de maaltijd als van de speeltijd. Je gaat na hoe de leerlingen die maaltijd en speeltijd ervaren en welke behoeften zij hebben. Hiervoor kun je verschillende methodieken gebruiken. De onderstaande methodieken maken gebruik van visuele materialen als foto’s, tekeningen, filmpjes maar de verhalen erbij zijn minstens zo belangrijk. Daarin ontdek je waarom bepaalde plekken, dingen, activiteiten in beeld zijn gebracht.

Voor kinderen is het moeilijk om uit het niets vragen te beantwoorden over een thema. Door hen producten te laten maken, creëer je een startpunt om met de kinderen over de middagpauze te praten. Vaak komen er verrassende dingen naar boven.

Vergeet niet om een neerslag te maken van je gesprekken, zodat je data hebt waarmee de werkgroep nadien verder kan.

Speelplaats met kinderen

Observaties

Door te observeren krijg je een goed beeld van alle aspecten van de middagpauze: de ruimte, de infrastructuur van de refter en/of speelplaats, het spel dat kinderen spelen, de intensiteit van spel, gedrag, welbevinden en betrokkenheid van leerlingen, de begeleidersstijl van de middagbegeleiders...  Je kunt kiezen voor een ongestructureerde observatie, waarbij je op voorhand niet vastlegt waaraan je aandacht wil schenken. In dit proces raden we echter aan om gericht en gestructureerd te observeren met het positief kernthema voor ogen. Daarbij maak je best gebruik van een observatieschema. In dat sjabloon noteer je alle onderwerpen waarover je graag meer informatie wenst. Noteer tijdens het observeren enkel wat je hoort en ziet gebeuren. Vermijd interpretaties om een zo objectief mogelijk resultaat te krijgen. 

observatieschema maaltijd

observatieschema speeltijd

Stellingenspel

Bedenk een reeks van stellingen over de middagpauze in verband met de onderwerpen uit je kernthema. Deel je stellingen op in stellingen over de maaltijd en over de speeltijd. Al naargelang je positief kernthema kun je er uiteraard voor kiezen om enkel de maaltijd of enkel de speeltijd aan bod te laten komen.

Maak de stellingen zo helder en eenduidig mogelijk. Maak geen stellingen met negatieve woorden (‘geen’, ‘niet’): die scheppen alleen verwarring.

Zet de stellingen die je belangrijk vindt, vooraan. Dan is het niet erg als niet elke stelling aan bod komt omdat de leerlingen het spel beu zijn.

Kies een plaats uit waar de leerlingen op een rechte lijn kunnen staan, liefst tegen een muur. Het ene uiteinde van de lijn betekent: ‘Nee, dat vind ik niet’, en het andere betekent: ‘Ja, dat vind ik ook’. Leg uit dat je op de hele lijn mag staan, niet alleen op de uiteinden. 

Beklemtoon dat iedereen zijn eigen mening kan geven, en dus niet hoeft te doen wat anderen doen.

De leerlingen staan eerst in groep, weg van de lijn. Lees de stelling voor en laat de leerlingen even nadenken. Vervolgens vraag je hen een positie op de denkbeeldige lijn in te nemen. Ga naast een aantal leerlingen staan die verschillende posities innemen en vraag hen waarom ze op dat bepaald punt van de lijn staan. Op die manier krijg je rijkere informatie.

Mogelijke stellingen

Speelplaats met kinderen
Kind tekent op groot tekenblad op de grond

Tekening 

Vraag de leerlingen om te bedenken wat ze fijn en minder fijn vinden op de speelplaats of in de eetzaal. Denk aan plaatsen, spel, regels en afspraken, begeleiding, ... Vraag de leerlingen vervolgens om daarvan samen een tekening maken op een grote rol papier. Ze mogen er ook dingen bij schrijven.

Maak een praatje met elke leerling die tekent. Vraag om uit te leggen 'wat er allemaal op de tekening staat'. Je kunt de tekening begrijpelijker maken door er zelf dingen bij te schrijven of te vragen dat de leerling er nog iets bijtekent. Is de tekening helemaal klaar? Dan kun je er met de hele klas een gesprek over voeren.

Beklemtoon dat elke leerling een eigen deel van de tekening maakt en dat het niet erg is als je niet zo goed kan tekenen. Bij jonge kinderen is er meer begeleiding nodig en kun je deze methodiek stapsgewijs aanbrengen. Wanneer je de droomfase mee wil integreren, kun je als laatste stap vragen wat de leerlingen graag anders zien. Waar droom je van? Wat wens je nog?

Photovoice

Je verdeelt de leerlingen in kleine groepjes. Elk groepje krijgt een tablet of ander apparaat waarmee de groep kan fotograferen.

Vervolgens wandelen deze groepjes, al dan niet onder begeleiding, rond op de speelplaats of in de eetruimte en maken ze foto’s of filmpjes van plekken die ze fijn vinden en van plekken die ze minder fijn vinden.

Nadien bespreek je de foto's en filmpjes samen met de leerlingen. Bewaak hierbij het aantal foto’s en filmpjes waarover je vragen stelt zodat de betrokkenheid van de leerlingen hoog blijft. Maak desnoods op voorhand een selectie van de foto’s en filmpjes die je zeker aan bod wil laten komen, die veelzeggend zijn, waar je vragen bij hebt.

Stel gerichte vragen: wat vind je daar leuk aan? Waarom vind je dat geen leuke plek? Maak notities of neem het gesprek op en maak achteraf een verslag.

Voor de maaltijd werkt het ook goed om zelf foto’s te nemen van de maaltijd of bepaalde delen van de maaltijd te filmen en die nadien met een kleine groep kinderen te bespreken. Wat zien ze? Hoe vinden ze dat? Wat zouden ze anders willen?

Tunnel op speelplaats
Plattegronden hangen op het schoolbord

Plattegrond

De ‘plattegrond’ is een methodiek die je kan gebruiken met oudere kleuters en leerlingen van de lagere school. Je start van een bestaande plattegrond van de speelplaats of de eetruimte. De leerlingen kunnen die aanvullen met tekeningen. De leerlingen kunnen groene (fijn) en rode stippen (niet fijn) op de plattegrond leggen of kleven. Om meer te differentiëren kun je ook oranje stippen gebruiken.

Om deze methodiek aantrekkelijker te maken voor jongere leerlingen, kun je playmobil- of legopopjes inzetten. Waar spelen de mannetjes graag? Waar zijn ze niet graag?

Ook hier vormt het resultaat de aanleiding om door te vragen: wat vinden de leerlingen fijn op die plaats? Waarom vinden ze dat? Wat vinden ze niet fijn?

 

Vlog of reportage

Deze methodiek werkt goed voor iets oudere kinderen die al tamelijk zelfstandig kunnen werken..

Vraag de kinderen om in kleine groepen met een tablet of hun eigen gsm een vlog of reportage maken over de middagpauze  De vlog of reportage toont het verloop van de middagpauze  wat de kinderen daarvan vinden en wat ze zouden veranderen.

Geef de kinderen voldoende tijd om na te denken over een scenario. Vraag hen om het scenario kort op te schrijven. Vervolgens kunnen de groepen het scenario gebruiken als leidraad bij het filmen. Nadien kunnen de kinderen samen de beelden monteren. Er bestaan heel wat toegankelijke montageprogramma’ en vaak kunnen de kinderen dat al heel goed.

Als alle filmpjes klaar zijn, tonen de groepjes hun vlogs of reportages aan elkaar  Daarna volgt een kringgesprek of discussie over de middagpauze.

 

Kinderen werken samen aan een filmpje
Een collage met een verhaal

 

 

Verhaal of artikel

Vraag de leerlingen een verhaal of krantenartikel te maken over de middagspeeltijd. Wat vinden ze fijn aan de middagpauze zoals die nu is en waarom? Wat vinden ze minder fijn? Waarvan dromen ze? Ze kunnen de tekst illustreren met tekeningen en/of foto’s. 

Deze methodiek is erg geschikt voor leerlingen die liever individueel werken. De kinderen kunnen de verhalen of krantenartikels nadien aan elkaar presenteren. De producten vormen een goed uitgangspunt voor een gesprek over de middagpauze.

 

Postersessie

Hang drie posters op.

Een poster met een duim omhoog. Die staat voor de goede aspecten van de middagpauze, die kinderen willen behouden.

Een poster met een duim omlaag, die staat voor wat kinderen niet meer willen, wat ze weg willen.

Een poster met beide handen in de lucht. Die staat voor wat kinderen willen veranderen. Dat kan gaan om iets dat kinderen tevoorschijn willen toveren of om iets dat er al is maar dat kinderen willen verbeteren.

Kinderen krijgen een aantal post-its waarop ze voor elke poster een aantal aspecten van de middagpauze noteren. Nadien bekijk je elke poster samen met de kinderen en ga je het gesprek aan: welke aspecten worden vaak vermeld? Hoe komt dat?

Klas