Nood aan begrenzing
Enerzijds hebben kinderen nood aan begrenzing. Ze functioneren goed als er een kader is dat aangeeft welk gedrag acceptabel is. Ook begeleiders van de middagpauze hebben nood aan heldere afspraken over de maaltijd en de speeltijd. Bijna elke school wil dan ook duidelijke afspraken maken over de middagpauze.
- Uit onze survey blijkt dat scholen vooral afspraken hanteren over beleefd eten. Bijna 40% van de scholen geeft aan hierover regels te hebben. In ongeveer 25% van de scholen zijn er afspraken over gezonde voeding. 15% van de scholen geeft aan dat kinderen moeten zwijgen tijdens de maaltijd.
- Voor de middagspeeltijd hanteren scholen afspraken over gedrag tegenover elkaar en tegenover materiaal, afspraken over het gebruik van de toiletten, afspraken over de tijdstippen waarop gespeeld mag worden, over rust op de speelplaats, tijdig in de rij staan, spelroosters en Nederlands praten.
Autonomie
Anderzijds hebben kinderen nood aan autonomie en vrijheid. En dat geldt in het bijzonder voor de middagpauze. Die pauze is voor kinderen een vorm van vrije tijd, een moment om even te relaxen en samen te zijn met hun vrienden.
Hoe kun je inspelen op de behoefte aan autonomie en vrijheid en kinderen tegelijk een helder kader bieden?
De methode die Thomas Gordon ontwikkelde, kan helpen om hierover na te denken. Thomas Gordon werkt met een gedragsraam. Dat is een venster waardoor je naar het gedrag van een kind kijkt. Volgens zijn theorie kun je gedrag onderverdelen in acceptabel en niet-acceptabel gedrag. Elke volwassene die met kinderen werkt, heeft gedrag dat hij accepteert en gedrag dat hij niet accepteert. Daartussen zit wat Gordon de acceptatielijn noemt.
Gordon verdeelt zijn gedragsraam in drie ‘probleemgebieden’.
- Niet-acceptabel gedrag: de begeleider heeft een probleem met het gedrag van een kind. Een voorbeeld: kinderen spelen in de zandbak bij regenweer, ze komen erna binnen met bemodderde schoenen en de klas is vuil. De leraar vindt dat niet kunnen.
- Het kind heeft een probleem terwijl de begeleider geen probleem heeft met het gedrag van het kind. Een voorbeeld: een kind komt vertellen dat een ander kind hem lelijk heeft genoemd.
- Er is geen probleem.
Voor elk probleemgebied stelt Gordon een andere aanpak voor. Idealiter streef je er als school naar om het ‘geenprobleemgebied’ zo groot mogelijk te houden. Het niet-acceptabele gedrag begrens je met een aantal goede regels en afspraken.
Deze regels
… zijn richtlijnen om zoveel mogelijk in het ‘geenprobleemgebied te kunnen blijven
… bieden houvast en zekerheid
… geven waarden en normen mee.
Tip
Een minimum aan regels en een maximum aan duidelijkheid. Teveel regels werken beknellend. Bovendien is het moeilijker om veel regels te onthouden en te handhaven.
Tip
Denk samen met kinderen na over de regels en afspraken en beslis samen. Dat zorgt voor gedragenheid. Belangrijk is dat kinderen zien waarom de regel nodig is. Je spreekt hen zo ook aan op hun verantwoordelijkheidszin. Kinderen zullen regels makkelijker naleven als ze inspraak hebben gekregen.
Uit onze survey
In 7 op de 10 lagere scholen krijgen leerlingen inspraak in de regels van de middagspeeltijd! Voor de maaltijd geldt dat maar voor de helft van de scholen.
Tip
Formuleer afspraken zo positief mogelijk. Kinderen horen elke dag heel veel negatieve aanwijzingen. Positieve afspraken nodigen meer uit om aan te voldoen.
Maak goede regels
Een goede regel voldoet aan de volgende voorwaarden:
- De regel heeft een duidelijke reden of functie en is vooral gericht op de veiligheid en het welbevinden van kinderen
- De regel is afgestemd op de ruimte
- De regel is duidelijk en bekend
- De regel wordt door de begeleiders gehandhaafd en voorgeleefd
Het is niet zo eenvoudig om de speelruimte in regels te vatten.
Basisschool Sleutelhof in Rumst heeft een heerlijk bos om in te spelen. Er liggen takken die uitnodigen om gebruikt te worden als speelmateriaal. Kinderen kunnen er kampen mee bouwen of andere constructies mee maken.
Helemaal achteraan in het bos is er een 'stille ruimte'. De bedoeling is dat kinderen daar naartoe gaan als ze wat tijd alleen nodig hebben of even rustig willen zijn. Maar laat nu net dat plekje voor veel kinderen de favoriete speelplek zijn.
Stel je regels in vraag
Durf met je team kritisch te kijken naar de bestaande regels: is elk van de regels zinvol en nodig? Kunnen we het anders aanpakken? Vertrek daarbij van je pedagogische visie. Of misschien heb je al een speelplaats- of middagpauzevisie uitgewerkt? Zo heb je een uitleg klaar wanneer ouders of leraren niet akkoord gaan met de regels.
Het team van het Sleutelhof heeft samen met de leerlingenraad nagedacht over de regels. Ze hebben ook de mening van de middagbegeleiders beluisterd. De school zette heel wat acties op om de middag aangenamer te laten verlopen en de regels helder te maken. De stille hoek werd verplaatst. Er was ook vaak discussie over het voetbalschema. Daar werden nieuwe afspraken over gemaakt. De regels over de stokken werden opgefrist.
Hoe consequent moet je aanpak zijn?
Een van de basisprincipes van Gordon is dat elke volwassene een andere acceptatielijn heeft. Dat betekent dat je met een team nooit een volledig consequente aanpak kunt afspreken. Wat voor de ene begeleider onrespectvol gedrag is, ervaart de andere als speels. Dat hoeft geen probleem te zijn. De schoolbrede algemene regels zijn er om het kader vast te leggen. Binnen dat kader kunnen middagbegeleiders en leraren andere accenten leggen.
Sommige middagbegeleiders hebben een probleem met gedrag van kinderen maar slagen er niet in om dat op een standvastige manier aan te geven. Dan is het belangrijk om je begeleiders daarin te ondersteunen en te versterken. Via intervisiegesprekken kun je begeleiders aanmoedigen om met elkaar in gesprek te gaan over wat ze wel en geen acceptabel gedrag vinden en hoe ze daarop kunnen reageren.
Wat denk je ervan om tijdens de middagspeeltijd helemaal geen regels meer te hanteren? Deze school in Nieuw-Zeeland deed het experiment en zag kinderen tot rijk spel komen.
Het Go! organiseert de vorming 'Een fijne speelplaats, kenmerk van een sterke school.' Deze vorming is toegankelijk voor geïnteresseerde leraren en directeurs van alle schoolnetten.