Leraren kunnen methodieken gebruiken om leerlingen, ouders en middagbegeleiders te bevragen over de middagpauze. Daarnaast is het belangrijk om ook hun stem een plaats te geven. Kies een methodiek die aansluit bij de omvang van je team en de beschikbare tijd.
Interviews of vragenlijsten
Om gericht zaken te weten te komen bij leraren kun je interviews met hen afnemen of een online vragenlijst opstellen. Bedenk vooraf of je alle leerkrachten wil bevragen of een beperkt aantal.
Wanneer je ervoor kiest om alle leraren te bevragen, is een online vragenlijst de handigste oplossing. Die vullen leerkrachten op eigen tempo in, maar wel tegen een bepaalde deadline. Op deze manier kun je informatie verzamelen van alle leden van het team. Je kunt ervoor kiezen om open vragen te stellen of om met gesloten vragen te werken.
Omdat interviews tijdsintensiever zijn, maak je best een selectie van leraren die je wil bevragen. Denk bijvoorbeeld aan één collega per graad. Bij interviews kan je doorvragen naar achterliggende gedachten en motivatie waardoor je meer diepgaande data bekomt. Het is hierbij belangrijk dat de geïnterviewde zich veilig voelt om eerlijk te antwoorden. Wie het interview afneemt en waar het plaatsvindt, zijn bijgevolg zaken waarover je vooraf goed moet nadenken. Plan ook de verslaggeving van het interview zorgvuldig. Je kunt het interview opnemen met een dictafoon of je gsm en nadien uitschrijven. Je kunt ook de kerngedachten tijdens of vlak na het interview noteren.
Onderstaande topiclijst biedt inspiratie voor de online bevraging of voor interviewvragen.
Inleven in ieders standpunt: werken met flappen en een placemat
Deze methodiek kun je met het ganse team tijdens een personeelsvergadering gebruiken om vanuit verschillende invalshoeken na te denken over de middagpauze op school.
Maak een flap voor elke betrokkene: directeur, leraren, vrijwilligers, kinderen lagere school, kleuters, ouders...
Tijdens de eerste ronde vraag je de leerkrachten om naar middagspeeltijd te kijken vanuit hun eigen rol. De leraren schrijven op een roze post-its twee dingen op die nu goed lopen en op een gele post-it een ding dat moeilijk loopt. Ze plakken de post-its op de flap leraren.
Tijdens de tweede ronde kijken de leraren naar de middagspeeltijd vanuit het standpunt van de andere betrokkenen en noteren ze opnieuw op post-its twee dingen op die nu goed lopen en een ding dat moeilijk loopt. Ze plakken alle post-its op de juiste flap.
Voor de derde ronde bedenken de leraren maximum twee dingen waaraan elke betrokkene nood heeft in verband met de middagspeeltijd en noteren ze die op een groene post-it, die ze vervolgens op de juiste flap plakken.
Geef de leraren daarna de tijd om de antwoorden te lezen. Je kunt zelf proberen een samenvatting te maken.
Wil je ineens de dromen meepakken in de methodiek, dan kun je de teamleden in een vierde ronde in groepjes verdelen en vragen om, vertrekkend van hun bedenkingen bij de middagpauze, hun dromen te formuleren. Elke groepstafel krijgt een groot papier met in het midden een groot vierkant. De rest van het papier is verdeeld volgens het aantal groepsleden. Wee noemen dat de placematmethodiek.
De vertrekvraag is vervolgens: stel je bent twee jaar verder, hoe ziet je middagpauze er dan uit? Elke deelnemer noteert in zijn eigen veld wat hij hierover denkt. Vervolgens bespreken de groepen wat elk groepslid genoteerd en bedacht heeft. De gemeenschappelijke dromen en ideeën brengt de groep naar het vierkant in het midden van het blad.